Stel je een landweg voor, op het platteland van Zeeland. In de verre omgeving is er geen ander verkeer dan jij op je fiets, tussen de fruitplantages, de weilanden met paarden en de lange, hoge hagen met bomen. De landweg kruist een oude treinrails, flink overgroeid met gras en duidelijk al heel lang niet meer gebruikt. Er zijn geen slagbomen en het bord wat aangeeft dat er een spoorwegovergang is, ziet er verweerd en bemost uit. Maar geheel onverwachts hoor je ineens het geluid van fluitketel. Met een slakkengangetje rijdt er een pikzwarte ouderwetse stoomlocomotief voor je langs, met daarachter een prachtige oude trein.
Locomotieven uit de Limburgse kolenmijnen
In Zeeland, op het eiland Walcheren, rijdt sinds 1970 in het hoogseizoen (hoofdzakelijk juli en augustus) een oude stoomtrein. Zo’n echte, met van die op en neer bewegende stalen stangen. Het langzaam beginnende, maar steeds sneller gaande gestotter van de stoom eindigt in het welbekende fluitketelgeluid. Zo’n grove grote locomotief met zwarte schoorstenen, waarvoor tijdens het populaire evenement Dordt in Stoom duizenden liefhebbers naar Dordrecht komen.
De oude locomotieven op het traject komen uit Limburg. Hier werden ze oorspronkelijk gebruikt voor het verplaatsen van de kolen uit de mijnen. Er zit zelfs één locomotief bij uit het Amerikaanse Leger. Deze kreeg na de oorlog een tweede leven in de Limburgse kolenmijnen. Nu geniet de locomotief van een derde kans op het kleine treintrajectje dat van Goes langs Kwadendamme en Hoedekenskerke loopt.
Er zit zelfs één locomotief bij uit het Amerikaanse Leger, dat na een tweede leven in de Limburgse kolenmijnen nog een derde kans krijgt in Zeeland.
Terug in de tijd met een historische dagtrip in Zeeland
Voor een bedrag tussen de 6 en de 16 euro (afhankelijk van je begin- en eindstation) kun je de hele dag heen en weer reizen met de verschillende treinen op het traject: op sommige dagen rijdt alleen een stoomtrein, op andere dagen een stoomtrein en een motorwagen (op diesel). Wij nemen voor 8 euro per persoon de trein vanaf het stationnetje van Kwadendamme. En dat is een geweldig feest. Op een stationnetje dat eruit ziet alsof er nooit meer iemand komt, stopt ineens een ouderwetse trein. De conducteur schrijft met carbonpapier een kaartje voor ons uit. Uit het venster van de locomotief hangt een kolenvuller met roetzwarte handen en een hagelwitte bloes vol vieze vegen.
Net zoals vroeger: een interieur dat thuishoort op een filmset
We stappen in en kijken om ons heen. Houten banken met prachtige afwerkingen, emaillen bordjes met ‘niet roken’ en ‘niet openen voor de trein stilstaat.’ Ramen die piepend naar beneden kunnen worden geschoven en ter aankleding nog een paar oude leren koffers op de touwgeknoopte bagagerekken. De conducteur komt ons persoonlijk waarschuwen als de trein op het station naar keuze arriveert. Het is een hele ervaring.
De loodzware stoomlocomotief komt sputterend op gang en rijdt op het hele traject niet harder dan 30 kilometer per uur. Zo hebben we lekker de tijd om uitgebreid uit het raam te kijken, foto’s te maken van de omgeving en het interieur en te genieten van het ritje dat voor ons niet langer dan 20 minuten duurt.
Op een stationnetje dat eruit ziet alsof er nooit meer iemand komt, stopt ineens een ouderwetse trein, met een conducteur die met carbonpapier een kaartje voor ons uitschrijft.
Oude Treinen Spotten op het Rangeerterrein in Goes
De treinen beginnen hun traject vanaf het rangeerterrein in Goes, net om de hoek van het reguliere NS-station. Het is een aardig groot terrein waar verschillende treinwagons en locomotieven staan geparkeerd. De ene is net iets meer weggeroest dan de andere, allemaal in allerlei vormen en kleuren. Om vanaf het treinstation op dat terrein te komen, moet je eerst langs een prachtige oude goederenloods. Het gebouw komt oorspronkelijk uit Middelburg, maar is in stukken gezaagd en verplaatst naar het terrein in Goes om in neo-classisistische stijl te worden ingericht als eetcafé. Vanaf het terras op de balustrade aan de achterkant van het café kijk je zo uit over het rangeerterrein.
Op dat terrein mag je ook vrij rondlopen en alles in detail bekijken. Oude wielen, weggeroeste tonnen en een oude wagon vol prachtige voorwerpen uit die tijd. Er staat een grote loods waar vrijwilligers na hun pensioen harder werken dan ooit tevoren. Hier herstellen ze de oude treinstellen en locomotieven in oude stijl. Bij een grote hoop met zwarte kolen zien we weer andere vrijwilligers in uniform. Deze kanjers staan zwoegend in de zomerhitte een stoomlocomotief bijvullen. Overal op het terrein kun je bovendien allerlei oude treinwagons bewonderen.
Stroomtrein veteranen en 150 vrijwilligers
Terwijl we daar rondlopen en foto’s maken, worden we aangesproken door een van de vrijwilligers. Hij loopt in een blauwe, vieze overall. Het blijkt een ‘veteraan’ van deze treinlijn te zijn: eerder werkte hij als machinist en kolenvuller, maar nu hij wat ouder wordt is dat werk te zwaar. Dat is begrijpelijk, aangezien je van zes uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds almaar fysiek bezig bent. Daarom houdt hij zich nu meer bezig met het restaureren van het materieel.
Vol enthousiasme legt hij uit waar de treinen vandaan komen. Hij vertelt ons wat er allemaal gebeurt op het terrein en hoe de boel wordt georganiseerd. Wel 150 vrijwilligers zijn er betrokken bij het treinlijntje. Zij zijn er om de treinen te besturen, kaartjes uit te schrijven, het materieel op te knappen, om kolen bij te vullen en andere klusjes te doen. Om al die vrijwilligers goed aan te sturen en de boel gesmeerd te laten lopen is er één betaalde kracht om alles te coördineren.
De man in een blauwe, vieze overal blijkt een ‘veteraan’ van deze treinlijn te zijn: eerder werkte hij als machinist en kolenvuller, maar nu hij wat ouder wordt is dat werk te zwaar.
Op de terugweg naar Kwadendamme staat een ander treintje voor ons klaar: de ‘motorwagen’, een oud treintje uit Oostenrijk. Hij is gemaakt in 1960 en werkt net zoals een auto, met een koppeling en een versnellingsbak. Het is een heel open treinstel, waarbij we – op de voorste rij – maximaal uitzicht hebben over het spoor. We kunnen ook de machinist zien, die het oude mechanische bedieningspaneel bedient. Met wederom niet meer dan 30 kilometer per uur (al kan het treintje technisch gezien makkelijk de 90 aantikken) rijdt het treintje ons terug naar de camping.

Ik ben Marijke. Ik raak gepassioneerd van de kleine elementen van schoonheid en humor die in elke dag te vinden zijn. Mijn verwondering over de wereld uit ik in het regelmatig verzinnen van nieuwe creatieve projecten. Ik reis, fotografeer, schrijf, speel piano en gitaar, zing, maak enveloppen en zelfingebonden boeken en vind om de zoveel tijd weer een nieuwe hobby.